DEN HAAG – Het faunabeheerplan van de provincie Zuid-Holland biedt onvoldoende zekerheid dat alternatieven voor het doden van konijnen goed worden afgewogen. Dat heeft de rechtbank Den Haag bepaald in een zaak die was aangespannen door Fauna4Life en Animal Rights. Het provinciebestuur moet binnen 12 weken nieuwe besluiten nemen.
Massaal afschot onder vuur
Volgens de provincie leven er in Zuid-Holland zo’n 200.000 konijnen. Hun graafactiviteiten veroorzaken schade aan onder meer sportvelden, spoordijken en begraafplaatsen. Het faunabeheerplan 2023-2029 schrijft afschot als noodzakelijk middel voor. Toch oordeelt de rechtbank dat alternatieven als rasters of verjagen onvoldoende zijn vastgelegd in de plannen, waardoor afschot te snel als oplossing wordt gekozen.
Kritiek van dierenorganisaties
Fauna4Life en Animal Rights stelden dat al jarenlang duizenden konijnen worden doodgeschoten zonder blijvend resultaat. Diervriendelijke maatregelen zoals vangen en herplaatsen worden volgens hen te snel afgewezen. ‘Konijnen blijven terugkomen zolang de leefomgeving geschikt is’, benadrukken de organisaties.
Oordeel rechter
De rechtbank erkent dat afschot soms onvermijdelijk is, maar hekelt het gebrek aan duidelijke kaders en instructies voor de faunabeheereenheid. Ook houdt de provincie zelf geen toezicht op de beoordeling van concrete plannen van aanpak. Daardoor is onvoldoende gegarandeerd dat andere oplossingen eerst serieus worden onderzocht.
Vervolgstap
Het college van Gedeputeerde Staten moet binnen drie maanden een nieuw besluit nemen over zowel het faunabeheerplan als de verleende ontheffing. Tot die tijd blijft de discussie over hoe Zuid-Holland omgaat met zijn konijnenpopulatie hoog oplaaien.
