ROTTERDAM – Rotterdam-Zuid maakt volgens het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) stappen vooruit: schoolresultaten verbeteren en minder inwoners zitten in de bijstand. Toch ervaren veel bewoners dat er nog een kloof is tussen de plannen op papier en hun dagelijkse werkelijkheid.
‘Meer zichtbaar in de wijk’
Jongerenwerker Yusuf Can uit Feijenoord ziet dat het NPRZ goede bedoelingen heeft, maar te weinig aanwezig is in de wijk. ‘Projecten zoals Gaan Voor Een Baan zijn waardevol, maar jongeren weten er vaak niet eens van. Je moet vindbaar zijn voor je doelgroep. Alleen zo kun je jongeren echt laten meedoen.’
Strijd om rond te komen
Andrea Karremans, maatschappelijk ondersteuner in Vreewijk, ziet positieve ontwikkelingen, zoals een daling van het aantal bijstandsgerechtigden en meer scholieren die doorstromen naar havo of vwo. Toch benadrukt ze dat veel gezinnen worstelen: ‘Zodra mensen werk vinden, verliezen ze soms toeslagen of krijgen te maken met deurwaarders. Dan loont werk niet altijd. Het gevecht om te overleven slokt je leven op.’
Wonen blijft groot pijnpunt
Mustapha Eaisaouiyen, een van de laatste bewoners van de Tweebosbuurt, is kritisch over de woningaanpak. Volgens hem verloopt het samenvoegen van woningen te traag en blijven veel huizen onnodig leegstaan. Ook hekelt hij de hoge huren in Carnisse. ‘Huurders betalen soms honderden euro’s te veel. Met de huidige aanpak zijn ze nog tien jaar bezig voordat de problemen zijn opgelost. Dat is een druppel op een gloeiende plaat.’
Lange termijnvisie nodig
Toch ziet Eaisaouiyen ook iets positiefs: de lange adem van NPRZ. ‘Voorheen werd er steeds voor een paar jaar ingegrepen. Nu is er een horizon van twintig jaar, en dat is echt nodig voor Zuid.’
Met de resultaten tot nu toe is Rotterdam-Zuid dus zichtbaar in beweging, maar veel bewoners hopen dat de miljoeneninvesteringen sneller voelbaar worden in hun dagelijks leven.
